Kip en kalkoenvlees
Vlees van kip en kalkoen is niet weg te denken uit onze keuken. Kipfilet, drumsticks of een hele kip… In de soep, oven of op de barbecue… Kip valt altijd in de smaak! Het vlees is van zichzelf heel neutraal. Ook is het snel te bereiden en super mager.
Als je het vlees van een kalkoen naast dat van een kip legt, dan valt op dat kalkoenvlees donkerder is: het bevat meer ijzer. Verder is het grover van structuur. Bovendien is een kalkoen groter dan een kip. Er zit dan ook meer vlees aan. Net als kip is kalkoenvlees lekker mals en mager.
Kippenpoot en kippenbout
Weet je wat het verschil is tussen een kippenbout en een kippenpoot? De bout is de gehele poot met vel, aangehechte spiermassa en rugstuk. Dat laatste ontbreekt bij de poot. Een kippenpoot past goed in de hand. Prima kluifvlees! Je kunt ze stoven, bakken, braden en grillen.
Kipfilet
De kipfilet is het vlees van de borst. Het is mager, licht verteerbaar en makkelijk te bereiden. Wil je kipfilet bakken? Houd dan de tijd goed in de gaten. Het hoeft maar heel even in de pan. Je kunt het – in reepjes gesneden – ook verwerken in een wokgerecht.
kipkarbonade
Als de Keurslager de drumstick lossnijdt van de kippenbout, dan houdt hij een kipkarbonade over. Een compact stukje vlees, met been en verpakt in een velletje. Deze kenmerken zijn heel bepalend voor de smaak.
soepkip
Een kip, die geschikt is voor de soep, is ongeveer 2 jaar oud. Het voordeel van een wat oudere kip is dat die vetter is. En vet geeft smaak. Maar dat geldt ook voor botten. Om die reden gaat de soepkip met vel en been in de soep. Het gekookte vlees – van de soepkip met vel en been – is ook heel geschikt om een ragout van te maken.