Bereidingswijze

Laat het vlees op kamertemperatuur komen. Wrijf de lapjes aan beide kanten in met een mengsel van zout, peper, nootmuskaat en kruidnagelpoeder. Verhit de boter in een braadpan en bak de lapjes op halfhoog vuur aan beide kanten mooi bruin. Neem het vlees uit de pan en blus de braadboter af met de wijn en kalfsfond.

Voeg de foelie toe, breng op hoog vuur aan de kook en laat het vocht tot circa tweederde van het oorspronkelijke volume inkoken. Draai het vuur laag, leg het vlees in de saus en laat met het deksel op de pan circa 30 minuten stoven. Belangrijk: de saus mag niet koken, want dan wordt het vlees taai! Keer de lapjes in die tijd een of twee keer om.

Neem het vlees weer uit de pan, roer de room door de saus, breng de saus aan de kook en breng op smaak met zout, peper en eventueel een scheutje citroensap. Breng de saus met allesbinder of met aangeroerde maïzena op de gewenste dikte. Laat het vlees nog kort in de saus doorwarmen. Heerlijk met rijst of met aardappelpuree en bijvoorbeeld worteltjes met doperwtjes of peultjes.