Ingrediënten
1 kilo procureur, zonder been
1 eetlepel zout
2 steranijs
1 theelepel vijfkruidenpoeder
2 eetlepels sojasaus
Halve rode peper, in reepjes
1 bosuitje, in schuine reepjes
Olie (om in te frituren)
Voor de saus
2 eetlepels olie
50 g boter
75 g bloem
500 ml water
2 blikjes tomatenpuree
2 eetlepels bruine suiker
1 eetlepel sambal
1 theelepel zout
2 eetlepels azijn
1 eetlepel maïzena
Bereidingswijze
1. Breng ruim water aan de kook en voeg
hieraan
de procureur, het zout, de steranijs, de
kruiden en de sojasaus toe. Laat dit ongeveer
2 uur zachtjes koken. Het vlees mag nog nét
niet uit elkaar vallen.
2. Laat afkoelen en snijd het vlees in plakken
van maximaal 0,5 cm dik. Frituur de plakken
kort in de hete olie, zodat een knapperig
randje ontstaat.
3. Maak de saus: smelt de olie en boter in een
steelpan op laag vuur. Voeg al roerend de
bloem toe om zo een roux te maken. Voeg water,
tomatenpuree, suiker, sambal, zout en azijn
toe en breng dit aan de kook. Meng de maïzena
met een scheutje water en roer die door de
saus. Kook de saus tot de gewenste dikte.
4. Serveer het vlees apart met de saus en
verdeel
de bosui en rode peper erover.