Ingrediënten
4 gepaneerde speklapjes
700 g kruimige aardappels
zout
2,5 dl warme melk
100 g boter in blokjes
peper en nootmuskaat
300 g gewassen spinazie
100 g waterkers, geplukt en gewassen
3 el vloeibare boter
Bereidingswijze
Stap 1
Schil de aardappels en kook ze in ruim water met zout gaar. Laat ze goed uitlekken en druk ze door een pureeknijper of stamp ze fijn. Giet de warme melk en de boter erbij en klop alles met een houten lepel luchtig door. Breng de puree op smaak met zout, peper en versgeraspte nootmuskaat. Houd de puree warm, bijvoorbeeld boven een pan met een laagje kokend water.
Stap 2
Snijd de gewassen en gedroogde spinazie en waterkers in reepjes en roer ze in porties door de hete aardappelpuree. Verwarm ondertussen de vloeibare boter in een grote koekenpan en bak de speklapjes op zacht vuur in circa 5 minuten aan beide kanten krokant en bruin. Serveer met de stamppot en eventueel extra jus.