Ingrediënten
stuk kalkoenfilet van 500 g
150 g katenspek, grof gehakt
4 sneetjes witbrood
3 teentjes knoflook
1 el gedroogde oregano
100 g pijnboompitjes
4 à 5 el olijfolie
100 g gedroogde tomaatjes
100 g versgeraspte Parmezaanse kaas
3 el gehakte peterselie
zout en versgemalen peper
1 losgeklopt eiwit
2 dl droge witte wijn
Bereidingswijze
Verwarm de oven voor op 180 graden. Rooster het brood twee keer op de laagste stand zodat ze niet te bruin maar wel goed droog zijn. Snijd het brood in blokjes en maal ze samen met de knoflook en oregano in de keukenmachine tot kruim. Rooster de pijnboompitjes in een droge koekenpan, doe ze bij het broodkruim. Verwarm in dezelfde pan twee eetlepels olie en bak hierin het katenspek zachtjes uit. Hak de tomaatjes fijn.
Vermeng het broodkruim met de pijnboompitten, het warme spek, de rest van de olie, tomaatjes, kaas en peterselie. Breng deze vulling op smaak met zout en peper en roer er dan het eiwit door.
Snijd de korte kant van de kalkoenborst in zodat een ‘zak’ ontstaat en stop hem vol met de vulling. Maak de opening dicht met een paar cocktailprikkers en leg de kalkoenborst in een braadslee. Bestrijk de borst met een beetje olie en bestrooi rondom met zout en peper. Giet de wijn eromheen en bak de kalkoenborst in circa 40 minuten gaar en bruin.
Laat buiten de oven nog 10 minuten afgedekt rusten en snijd de borst dan in plakken. Lekker met gebakken aardappeltjes.