Bereidingswijze

Stap 1.
Dep het vlees droog met keukenpapier. Vul een pan met 1,5 liter water en wat zout en doe het vlees erbij. Laat dit 2 uur zachtjes koken. Haal het vlees uit de pan en laat het uitlekken. Snijd het vlees heel fijn.

Stap 2.
Week de gelatineblaadjes in koud water.

Stap 3.
Smelt de boter in een pan en voeg in één keer 100 gram bloem toe. Roer dit goed en laat het 3 minuten garen. Voeg de bouillon toe en breng deze al roerend aan de kook. Haal de pan van het vuur en voeg de uitgeknepen gelatineblaadjes toe.

Stap 4.
Laat het iets afkoelen en voeg het vlees en de peterselie toe. Roer dit goed, breng het op smaak met peper en zout en laat het geheel afgedekt afkoelen in de koelkast.

Stap 5.
Maak er met je handen kroketten van. Niet te dik, anders moeten ze te lang frituren. Zet drie diepe borden klaar: één met de rest van de bloem, één met de losgeklopte eieren en één met de Panko. Haal de kroketten achtereenvolgens door de drie borden in die volgorde. Leg de gepaneerde kroketten een half uur terug in de koelkast.

Stap 6.
Verhit frituurolie tot 180 graden. Frituur de kroketten tot ze goudbruin zijn, in ongeveer vier minuten. Laat ze even op keukenpapier uitlekken, alvorens de kroket te serveren.