Ingrediënten
Olijfolie
5 snijbonen
2 teentjes knoflook, fijngesneden
150 g varkenshaas in stukjes van 4 cm
250 g chipolataworstjes, in stukjes van 4 cm
1 grote tomaat, fijngesneden
400 g paellarijst (bomba of calasparra)
1 liter visbouillon
4 kleine inktvisjes, schoongemaakt
8 reuzengarnalen, ongepeld
8 grote mosselen
10 venusschelpen
1 theelepel paprikapoeder
8 rivierkreeften
4 gamba’s, ongepeld
Peterselie
Saffraan
1 citroen, in schijfjes
Bereidingswijze
Stap 1.
Verhit wat olijfolie in een grote koeken- of paellapan op middelhoog vuur. Voeg de bonen, knoflook, inktvis en het vlees toe en bak zachtjes. Bak de tomaat en de reuzengarnalen vervolgens 5-10 minuten mee. Haal van het vuur en zet apart.
Stap 2.
Verhit ondertussen een kleine steelpan tot deze heel heet is. Doe de mosselen in de hete, droge pan en kook tot ze open zijn. Haal de mosselen uit de pan en houd apart. Doe dit ook met de venusschelpen en bewaar het vocht dat tijdens het koken overblijft.
Stap 3.
Zet de koeken- of paellapan weer terug op het vuur en verwarm het mengsel. Roer het paprikapoeder en de rijst erdoor. Schenk de visbouillon erbij. Bestrooi met saffraan en roer heel voorzichtig door. Voeg de rivierkreeftjes, gamba’s, mosselen, venusschelpen en het kookvocht van de schelpen toe.
Stap 4.
Kook de paella op laag vuur tot de rijst gaar is. Niet roeren! De rijst absorbeert langzaam de visbouillon, maar mag niet te lang koken (om niet papperig te worden).
Stap 5.
Als de rijst gaar is, haal de pan van het vuur en dek af met een schone theedoek. Laat 20 minuten rusten tot al het vocht is geabsorbeerd. Serveer met de citroen- schijfjes en peterselie.