Ingrediënten
200 g kalfspoulet
1 sjalot
1 laurierblaadje
1 kruidnagel
1/2 winterwortel, in plakjes
stukje foelie
takje tijm
zout en versgemalen peper
20 g boter
20 g bloem
1 dl kookroom
4 pasteibakjes
1 el fijngehakte peterselie
Bereidingswijze
Halveer de sjalot en prik er de kruidnageltjes op vast. Doe het vlees, de sjalot, laurier, wortel, foelie, tijm en wat zout en peper in een pan en giet er een 3,5 dl kokend water op.
Breng opnieuw aan de kook, draai het vuur laag en laat het vlees met het deksel op de pan in circa 40 minuten trekken (het water mag net niet koken).
Giet de bouillon met vlees door een fijne zeef, vang de bouillon op en houd het vlees apart. Verwijder de rest. Snijd het vlees in kleine stukjes. Verhit de boter in een pan en roer er de bloem door. Roer tot het mengsel van de bodem los laat. Giet er scheut voor scheut de gezeefde bouillon bij en blijf roeren tot het een gladde, dikke saus is. Roer de room door de saus en breng op smaak met wat zout en peper. Bind de saus zonodig met wat allesbinder. Roer het vlees door de saus en laat doorwarmen. Verwarm de pasteibakjes volgens de aanwijzingen op de verpakking. Schep de ragout in de bakjes en bestrooi ze met peterselie.