Ingrediënten
4 ribkarbonades, niet te dun
4 bollen verse knoflook
4 dl olijfolie
1 laurierblaadje
1 chilipepertje
2 takjes rozemarijn
1 eetlepel grove mosterd
4 eetlepels crème fraîche
1 eetlepel grofgesneden dragon
Bereidingswijze
Haal de teentjes van de knoflookbollen maar pel ze niet. Doe ze samen met de
olie, het pepertje, het laurierblad en de rozemarijn in een pannetje. Verwarm de olie tot onder het kookpunt en laat de knoflook zo 45 minuten sudderen. Giet af
en bewaar de gekonfijte knoflook in een af te sluiten pot. Gebruik de knoflook naar smaak bij de karbonades.
Wrijf de karbonades in met wat olijfolie en bestrooi ze met peper. Laat het vlees
30 minuten buiten de koelkast op temperatuur komen. Bak de karbonades in een goed voorverwarmde koekenpan aan elke kant 6 – 8 minuten. Keer ze regelmatig. Neem de karbonades uit de pan. Bestrooi ze met zout en houd ze warm. Roer het aanbaksel los en roer hier de crème fraîche, mosterd en dragon door. Verwarm alles nog even. Breng op smaak met zout en peper. Serveer de saus met de knoflook bij de karbonades.