Bereidingswijze

1. Breng een royale pan met water aan de kook. Voeg de ui, knoflook, winterpeen, bleekselderij, laurierblaadjes, 2 takjes tijm, rozemarijn, kruidnagels en peperkorrels toe en laat het een kwartier trekken.
2. Leg het spek erin, breng het geheel aan de kook en laat het spek 2 uur zachtjes garen. Haal het vlees eruit en leg het apart. Zeef de bouillon en bewaar deze apart.
3. Breng de bouillon opnieuw aan de kook en kook hierin de aardappelen gaar. Giet ze af en vang de bouillon op. Voeg roomboter en slagroom aan de aardappelen toe en stamp ze fijn. Voeg eventueel wat resterende bouillon toe om de puree nog smeuïger te maken en schep er op het laatst de sla en rucola doorheen. Breng het op smaak met peper en zout.
4. Kook water in een steelpan, houd het tegen de kook aan en verwarm hierin de rookworsten. Snijd de rookworst overdwars doormidden. Leg beide helften met de snijkant op een hete grillplaat en gril er mooie lijnen op.
5. Snijd het spek in dikke plakken en maak een mengsel van de honing en de mosterd. Rits de tijmblaadjes van de resterende takjes en doe de blaadjes bij de honingmosterd. Verwarm de olijfolie in een koekenpan en leg hierin het spek. Bestrijk de bovenkant met het mosterdmengsel. Draai het vlees om en bestrijk ook de andere kant. Bak de speklappen om en om totdat het mengsel licht begint te karamelliseren.
6. Leg op ieder bord een stuk spek, schep er wat sla-stamppot bij en verdeel de rookworst. Serveer er de overgebleven honingmosterd bij.

VOEDINGSWAARDE PER PERSOON: 750 KCAL (3150 KJ). EIWIT: 34 G. VET: 60 G (WAARVAN 36 G ONVERZADIGD). KOOLHYDRATEN: 18 G.